Automatische ruitenwisser: stel dit in op de hendel rechts op het stuur
Tijdens het rijden gaat de wisser langzamer werken als de auto stopt. Van snel continu wissen naar langzaam continu wissen. Zodra de auto weer gaat rijden, beginnen de wissers weer met de oorspronkelijk ingestelde snelheid te werken. Als u de schakelaar 1 in een andere stand zet, schakelt u hiermee bovengenoemd automatisme uit.
NB: Je moet dan wel, met gestarte motor stand B kiezen:
- A uit
- B automatisch wissen. In deze stand signaleert het systeem water op de voorruit en schakelt het wissen in met een aangepaste wissnelheid.
De inschakeldrempel van het wissen en de duur van het interval is te regelen door de ring 2 te verdraaien: - E : minimumgevoeligheid
- F : maximumgevoeligheid
N.B.: bij mist of sneeuwval, werkt de ruitenwisser niet altijd automatisch en blijft deze onder controle van de bestuurder. - C langzaam continu wissen
- D snel continu wissen